Header   tekst 2

LET OP! DE ALGEMENE (LEDEN) VERGADERING IS VERPLAATST NAAR 1 FEBRUARI 2025

 
 

Oost-Waddentocht (9 deelnemers)

Geplaatst op 16-05-2018  -  Categorie: Openbaar  -  Auteur: Gon en Heske

De Oost Wadden (Terschelling-Ameland-Schiermonnikoog) is een gebied met veel ondieptes (wantijen), waar veel rekenarij aan te pas komt om deze ‘hobbels’ op het juiste tijdstip te passeren zonder vast te lopen, rekening moet worden gehouden met stroom, hoog-en laagwater, verhoging of verlaging per dag etc. We hebben de tocht (16-25 mei) met 3 boten afgelegd , 2 van leden en 1 huurboot vanuit Makkum, een fantastische ervaring! Hier volgt een verslag van de waddentocht:

Waar zijn we mee bezig geweest?

De geulen zijn bebakend met behulp van kleine onverlichte staken. Voor het tijdstip van vertrek moet je rekening houden met de stroomrichting en het tijdstip waarop je over ondiepe stukken of wantijen kunt komen. Je moet dus de tijdstippen van hoog en laag water kennen. Het programma Quicktide is hierbij een handige hulp. Het maakt visueel inzichtelijk wanneer je met een bepaalde diepgang een ondiepte kan passeren. Maar het is een model gebaseerd op de de voorspellingen van de getijgegevens van RWS. En de natuur doet het altijd nét even anders dan een mensenmodel. Dus je moet blijven oppassen en nadenken. Het gaat ook om goed kijken waar de volgende staak ligt. De nieuwste kaart kan namelijk na een week alweer verouderd zijn. En soms licht er één plat, of maakt de geul een haakse bocht. In het donker of met slecht zicht zijn deze routes dus niet te doen. Ook de vaardigheid op stroom kunnen varen is nodig. Je wilt niet met een dwarse stroom op de banken gezet worden, dus moet je steeds achterom kijken of je nog aan de goed kant van de lijn tussen twee tonnen zit. Ook moet je weten aan welke kant je een rode of groene ton kan passeren. Vaak is er slechts één kleur ton geplaatst. Op de kaart kun je zien hoe de vaarrichting is.

Het tijdsschema:
Op dinsdag 15 mei 2018 haalde schipper Gon de huurboot op bij Tornado Sailing in Makkum, kwam de bemanning aan boord, leerden ze de boot kennen en hebben ze proefrondjes gevaren op het IJsselmeer. Heske kwam met haar boot vanuit Lelystad aan in Makkum. Joke heeft haar ligplaats in Makkum.

Op woensdag 16 mei maakten we met drie boten met fikse tegenwind de oversteek op de motor naar Terschelling.

Op 17 mei bleven we er een dagje passagieren.

Op donderdag 18 mei voeren we met drie boten naar Nes, de haven van Ameland, geheel volgens de regels van de kunst: het is ongeveer 27 nm. De tocht gaat grotendeels over het Oosterom, een bebakende geul met ondieptes bij de O 24 en op het wantij bij de O 44. Heske (met de meeste diepgang) liep op beide plekken vast, want we waren iets te vroeg vertrokken. Maar beter te vroeg dan te laat, want het water komt dan nog hoger te staan.

Op vrijdag 19 mei voer de vloot naar Lauwersoog onder het ondiepe wad van Ameland (Wierumerwad), zo'n 21 mijl. Je kunt niet rechtstreeks naar Schier, omdat het water alweer naar zee stroomt en de haven van Schier zeer ondiep is en alleen rond hoog water kan worden binnen gelopen.

Op zaterdag 20 mei van Lauwersoog naar Schier, eerst over het diepe Zoutkamperlaag en vervolgens over ondiepe geulen naar de haven van schier. Het is maar een tochtje van 6 mijl. Bij laag water zie je pas wat een modderbak het haventje aan het worden is. Boten staan op hun kielen en zwaarden boven water en de toegangsgeul is een modderslootje met liggende staken.

Op maandag 22 mei ging Gon met de ondiepe huurboot terug over het wad westwaarts, eerst naar Ameland en de volgende dagen naar Terschelling en Makkum. Op 25 mei 's ochtends moest de boot ingeleverd worden. Naar het
westen toe zijn de tijdstippen van passage korter en is het soms niet meer mogelijke twee ondieptes in één tij te passeren, tenzij je erg weinig steekt.Vanwege te veel diepgang gingen Joke en Heske daarom moterend binnendoor via Engwierum, Dokkum, Leeuwarden, Franeker en Harlingen via de Boontjes terug naar Makkum. Deze manier van varen vraagt overigens weer andere vaardigheden, zoals stilliggen voor een sluis of brug, of een sluis passeren. En dat werd op dit traject ruimschoots geoefend.

Een kenmerk van dit soort tochten is dat je soms veel moet moteren. Als de wind uit de verkeerd hoek staat kan je immers niet zomaar een handige koers kiezen. En als er weinig wind staat, moet je soms de motor gebruiken om op tijd over een ondiepte te zijn.

Namens de geulenvaarders Gon, Joke, Philippine, Cora, Leny, Trudy, Ans, Annemarie, Mieke en Heske.